In dialoog met een parapsycholoog. Verscheen oorspronkelijk in Skepter van september 1988. Uit de context moge blijken welke voorstellen de heer Jacobs deed aan de Stichting Skepsis voor een verregaande vorm van samenwerking. Mijn afwijzing was zeer resoluut. Ik meen dat parapsychologie valt onder de Wet van Gordon: "Als iets de moeite van het onderzoeken niet waard is, is het ook niet waard om GOED te onderzoeken."

Parapsychologie en skepticisme

In Skepter van juni 1988 houdt de heer J.C. Jacobs een pleidooi voor samenwerking tussen skeptici en parapsychologen. Sommige skeptici zullen geneigd zijn deze hele zaak maar dood te zwijgen. Deze skepticus niet.
Het gevaar bestaat dat zwijgen opgevat zou kunnen worden als instemming, iets waar niet ieder even gelukkig mee zal zijn. Bij het formuleren van een reaktie doen zich echter twee moeilijkheden voor.

Ten eerste roert de heer Jacobs van alles aan. Hij gaat in op de status van parapsychologie en die van skepticisme, hij karakteriseert de beoefenaren van beide disciplines en hij doet voorstellen betreffende gebieden waarop samengewerkt zou kunnen worden. Te veel om in dit kort bestek op in te gaan, dus slechts enkele kanttekeningen.

Ten tweede doet de heer Jacobs uitspraken c.q. geeft hij aanhalingen die hij dan weer ondergraaft, zonder in te vullen wat hij dan wel bedoelt. Met twee recht twee averecht brei je een schipperstrui, je bouwt er geen betoog mee op.

Parapsychology

Zo schijnt het moeilijk zo niet onmogelijk te zijn een tevredenstellende definitie te geven van parapsychologie. Een prestigieus tijdschrift (Journal of Parapsychology) en een naslagwerk (Handbook of Parapsychology) schieten in dezen tekort. En ook de heer Jacobs zelf blijft in gebreke, tenzij je genoegen neemt met een vrijblijvende opmerking over het praktisch altijd tekortschieten van definities. Dezelfde autoriteiten worden overigens goed genoeg bevonden om parapsychologie tot wetenschap te verheffen.

De heer Jacobs vermeldt hier als ondersteuning voor deze bewering dat de gebezigde methodologie bij onderzoek in wezen niet verschilt van die in meer traditionele wetenschappen.

Maar hier komt toch enige twijfel op als je verderop leest dat vaak gekozen wordt voor een proefopzet die het meeste rendement oplevert voor de parapsycholoog, omdat het inbouwen van veiligheden extra geld kost en een experiment aanzienlijk omslachtiger en tijdrovender maakt.

Was dit niet het recept dat gehanteerd werd bij de lancering van de Challenger?

Het enige vreemde aan parapsychologie zou zijn dat de verschijnselen die het onderwerp van studie vormen hoogst ongeloofwaardig zijn. De heer Jacobs wijt deze ongeloofwaardigheid voornamelijk aan 2 dingen.

Ten eerste aan het gebrek aan robuuste, stabiele en reproduceerbare effecten. Aan dit schoonheidsfoutje komt de heer Jacobs op twee manieren tegemoet: door het hanteren van een andere definitie voor robuustheid, stabiliteit en reproduceerbaarheid (aangenomen dat het in dit geval bij uitzondering gaat om een definitie waar niets op af te dingen valt?) en door te beweren dat het prematuur is om te stellen dat dergelijk effecten er niet zijn. De 'Society for Psychical Research' die zich met deze verschijnselen bezig houdt, en waar de heer Jacobs lid van is, bestaat al meer dan 100 jaar. Is het zo onredelijk om nu eens resultaten te verlangen?

Ten tweede aan de terminologie die binnen de parapsychologie gebezigd wordt (een klacht die overigens 78 jaar geleden reeds geuit werd door de parapsycholoog Dr. Ludwig Staudemaier), omdat deze terminologie een twijfelachtig theoretisch concept zou suggereren. Van wat dat theoretisch concept dan wel is maakt de heer Jacobs ons geen deelgenoot; dat viel waarschijnlijk buiten het bestek van zijn artikel. Maar indirect wordt zo gesuggereerd dat het in ieder geval om een respectabel theoretisch concept gaat.

Als voorbeeld van willekeurig gebruik van termen noemt de heer Jacobs ESP oftewel buitenzintuiglijke waarneming, een term die in 1934 geïntroduceerd werd door Prof Rhine, de oprichter van het prestigieuze blad 'Journal of Parapsychology' voornoemd, En wat is het bezwaar van de heer Jacobs? Dat nooit overtuigend aangetoond is dat het om een waarneming gaat, laat staan een waarneming buiten de ons bekende zintuigen om. Het doet mij denken aan Charles Foot die een einde maakte aan alle discussies rond het al dan niet absoluut zijn van de lichtsnelheid door te vragen: 'En wie heeft ooit aangetoond dat licht überhaupt snelheid heeft?'Als er iets is dat een twijfelachtig theoretisch concept suggereert dan is het wel deze Umworting aller Worte. Of zou de willekeur in het gebruik van terminologie misschien een logische consequentie zijn van het negatief (en onnauwkeurig) definiëren van de 'tak van wetenschap' die zich parapsychologie noemt? Als in de fysica ieder maar op eigen houtje een andere inhoud zou geven aan het begrip 'energie' zou het daar ook een janboel worden. Inderdaad, het wordt tijd voor een najaarsschoonmaak.

Mocht de heer Jacobs nu nog een definitie van skepticisme verlangen dan lijkt me deze toepasselijk: de leer van de methodische twijfel. Dit metaphysische voorkeur noemen legt een rookgordijn over principiële verschillen in benadering, die als basis van samenwerking drijfzand vormen.

Gematigden en extremisten

Zouden we vastere grond onder voeten krijgen indien we de eventuele samenwerking beperken tot bepaalde groepen skeptici en parapsychologen? De heer Jacobs meent van wel. Hij stelt als eerste voorwaarde wederzijds respect, als tweede een gematigd standpunt, want met extremisten en hard-liners valt niet te praten.

En wat kenmerkt de gematigden? O.a. de falsificeerbaarheid van hun opvattingen. In het dagelijks spraakgebruik geven opvattingen slechts een mening weer. Naar de mening van de heer Jacobs kan zo het 'weddenschapsmodel' beter niet gehanteerd worden. Niet alleen zou volgens prof. Rhine voornoemd de beloning juist (via operante conditionering?) paranormale gaven versterken, maar falsificatie van deze opvatting zit bovendien vol haken en ogen. Als het daarentegen over theorieën gaat in plaats van opvattingen, schiet dit criterium tekort om de geiten van de schapen te scheiden. De meeste skeptici verlangen wat harder bewijsmateriaal zoals eerder aangeduid. Ze zien vooralsnog geen noodzaak voor de psi-hypothese.

De heer Jacobs spreekt in zijn artikel trouwens over nog veel meer soorten skeptici dan alleen gematigden en extremisten. Het is voor de skepticus daarentegen wat moeilijker om uit te maken wie hij nu eigenlijk precies voor ogen heeft als om het parapsychologen gaat. Ik ga er van uit dat ieder die zich parapsycholoog noemt dit oprecht meent te zijn, met meer of minder strenge eisen aan het beoefenen van deze tak van wetenschap.

Waar ik geen respect voor kan opbrengen is de parapsycholoog die naar misleiding grijpt om zijn gelijk te bewijzen. En voor de parapsycholoog die goed-gelovigen potentieel benadeelt.

Samenwerking?

Dus de heer Jacobs en ik vinden elkaar uiteindelijk toch? Bij het boven water brengen van de waarheid zoals hij dat noemt?

Als het over de kritische instelling van de skepticus gaat die de parapsycholoog op mogelijke 'methodologische verfijning' wijst, accoord. En dan inderdaad beter vooraf dan achteraf. Iets 'skeptic-proof' maken is heel iets anders. Al is de waarheid nog zo snel ... .?

Ook het uitwisselen van informatie, iets wat de heer Jacobs niet met zo veel woorden noemt, lijkt me nuttig,

Als het echter over verbieden van bepaalde zaken gaat vindt de heer Jacobs mij niet thuis. Het woord heeft voor mij een wat wrange om niet te zeggen extremistische bijsmaak. Afgezien van het feit dat het niet werkt. Integendeel, de meer potsierlijke kanten van deze publikaties en manifestaties zouden sommige mensen best eens zelfstandig aan het denken kunnen zetten.

Maar ze daar een handje bij helpen door een (ander) parapsychologisch alternatief te bieden lijkt me op het inwisselen van de duivel voor Beëlzebub.

Mocht het bovenstaande mij in de ogen van de heer Jacobs tot extremist of hard-liner stempelen, dan zal hem tevens duidelijk zijn dat ik me in dat gezelschap meer thuis voel.

Zonder er mee te dwepen, overigens.

C.O Stolper is bestuurslid van de stichting Skepsis.